Autismespectrumstoornis

Wat is autismespectrumstoornis?

Autismespectrumstoornis (ASS) is een ontwikkelingsstoornis die leidt tot sociale, communicatieve en gedragsstoornissen. Symptomen beginnen vroeg in de kindertijd en houden gedurende het hele leven aan. Hoewel vroeger veel verschillende termen werden gebruikt in verband met autisme, zijn in 2013 alle autismestoornissen onder de enkele paraplu van ASS gebracht. Het gebruik van de term “spectrum” laat ruimte voor de variaties in symptomen en gedrag dat bij kinderen met deze diagnose is vastgesteld.

Niet alle oorzaken van ASS zijn op dit moment bekend, maar specifieke omgevings-, genetische en biologische factoren kunnen bijdragen dat iemand ASS ontwikkelt. Het aantal kinderen dat met ASS is gediagnostiseerd neemt toe en kan verband houden met betere diagnostiek of met een toename van de het aantal nog niet begrepen oorzaken van ASS.

Motorische (beweging) vaardigheden zijn bij mensen met ASS aangetast. Onderzoek toont aan dat motorische coördinatie, houding en het aanleren van vaardigheden door imitatie van de bewegingen van anderen beperkt kunnen zijn, en het plannen en afmaken van nieuwe motorische taken zijn voor veel kinderen met ASS een uitdaging.

Onderzoek toont ook aan dat vroege interventie kinderen met ASS kan helpen om belangrijke vaardigheden aan te leren en te verbeteren. Vroege diagnose kan een kind met ASS helpen om zijn of haar volle potentieel te bereiken.

Fysiotherapeuten zijn onderdeel van het team dat vanaf de vroege kindertijd, gedurende de schooltijd en tot aan de volwassenheid diensten verlenen aan kinderen met ASS en hun families.

Signalen en symptomen van autismespectrumstoornis

De signalen en symptomen van autismespectrumstoornis (ASS) lopen sterk uiteen. ASS wordt als een “spectrum” stoornis gedefinieerd vanwege de vele verschillende uitingen van symptomen, met mensen met lichte symptomen aan de ene kant van het spectrum en mensen met ernstiger symptomen aan de andere kant.

Symptomen beginnen in de vroege kindertijd en houden gedurende het hele leven aan, maar kunnen in de loop van de tijd door interventies wel verbeteren. Ongeveer een derde tot de helft van de ouders van kinderen met ASS zien symptomen voor de eerste verjaardag van het kind en bijna 80% tot 90% zien rond de tweede verjaardag symptomen, die het functioneren belemmeren.

De twee kernsignalen, die aangeven dat iemand ASS zou kunnen hebben zijn:

  1. Moeite met sociale communicatie en interactie
  2. De neiging om in beperkte, herhaalde gedragspatronen te vervallen

Signalen en symptomen die betrekking hebben op sociale communicatie en interactie kunnen de volgende omvatten:

  • Oogcontact vermijden
  • Voorkeur om alleen te spelen en niet mee te gaan in verbeeldend spel
  • Beperkte interesse in leeftijdsgenoten
  • Gebrek aan betrokkenheid bij sociale interactie
  • Vermijden van of weerstand tegen fysiek contact
  • Moeite met het begrijpen van de gevoelens, lichaamstaal en toonval van anderen
  • Gebrekkig begrip van de persoonlijke ruimte van anderen
  • Vertraagde spraak- en taalvaardigheden
  • Niet of weinig aanwijzen of reageren op aanwijzen
  • Herhaalde spraak over een voorkeursonderwerp of herhaling van woorden of zinnen

Signalen en symptomen die betrekking hebben op beperkte, herhaalde gedragspatronen kunnen de volgende omvatten:

  • Zelfstimulatie door herhaalde activiteit (handen/armen wapperen, draaien, heen en weer bewegen)
  • Van streek raken door kleine veranderingen of de behoefte om aan routine te hechten
  • Obsessieve interesses, zoals het uitlijnen van speelgoed of andere voorwerpen
  • Korte aandachtspanne, behalve voor voorkeursonderwerpen of –activiteiten
  • Agressie, zelfverwonding of woede-uitbarstingen
  • Gebrek aan gevoel van veiligheid
  • Ongebruikelijke reacties op geluid, geur, smaak, zicht, tast of beweging

Andere karakteristieken van ASS, die in de medische literatuur worden beschreven en betrekking hebben op beweging omvatten:

  • Vertraging bij grote bewegingsvaardigheden (lopen, springen, hinkelen) en het gebruik van de handen voor kleine bewegingsvaardigheden (overhemd dichtknopen of tekenen met een pen)
  • Moeite met het imiteren van bewegingen van anderen (met leeftijdsgenoten bewegen op muziek of over een klein voorwerp heen springen)
  • Gebrek aan coördinatie
  • Slecht evenwicht
  • Moeite met het plannen en herhalen van bewegingen of het uitvoeren van bewegingen in een bepaalde volgorde
  • Instabiliteit bij het lopen
  • Moeite met het controleren van de houding
  • Verminderde hand-oog coördinatie
  • Moeite met zintuigelijke informatie met betrekking tot beweging (kan uiteenlopen van een laag energieniveau en langzame beweging tot overdreven bewegingen en het hunkeren naar mogelijkheden tot bewegen)

Hoe wordt autismespectrumstoornis vastgesteld?

Als u denkt dat uw kind ASS zou kunnen hebben, neem dan contact op met een arts. Het krijgen van een goede diagnose is de eerste stap op weg naar de juiste behandeling. De arts kan uw kind naar een specialist verwijzen voor een grondig onderzoek en een diagnose. Specialisten die normaliter ASS vaststellen (of beslissen dat iemand geen ASS heeft) zijn onder anderen ontwikkelingskinderartsen, kinderneurologen, kinderpsychologen en kinderpsychiaters.

Er zijn geen specifieke onderzoeken voor het vaststellen van ASS, maar zorgverleners kunnen beoordelingsintstrumenten zoals het Autism Diagnostic Oberservation Schedule, tweede editie (ADOS-2) en het Autism Diagnostic Interview-Revised (ADI-R) gebruiken om de diagnose te stellen. Het gedrag en de ontwikkeling van een kind moet aan specifieke criteria voldoen om met ASS gediagnostiseerd te worden. Personen met ASS hebben symptomen vanaf de vroege kindertijd, ook als die symptomen niet als zodanig zijn herkend totdat het kind ouder is en de sociale behoeftes toenemen. Ouders kunnen vroegere symptomen terughalen en zich realiseren dat ze op dat moment niet wisten wat de symptomen betekenden.

Hoe kan een fysiotherapeut helpen bij autismespectrumstoornis ?

Fysiotherapeuten kunnen met uw kind, familie en leraren werken om uw kind te helpen:

  • Deelname aan dagelijkse activiteiten thuis en op school te verbeteren
  • Nieuwe motorische vaardigheden te verwerven
  • Betere coördinatie en een stabielere houding te ontwikkelen
  • Wederkerige spelvaardigheden, zoals met een ander persoon een bal gooien en vangen, te verbeteren
  • Motorische imitatievaardigheden te ontwikkelen (een ander iets zien doen en dat nadoen)
  • Fitheid en uithoudingsvermogen te verhogen

Een fysiotherapeut zal uw kind grondig onderzoeken, waaronder de gezondheids- en ontwikkelingsgeschiedenis en een beoordeling van:

  • Houdingskracht en –controle
  • Functionele mobiliteit (bijv. lopen en hardlopen)
  • Lichaams- en veiligheidsbewustzijn
  • Coördinatie
  • Spelvaardigheden
  • Interesses en motivatie
  • Vermogen om te schakelen tussen verschillende activiteiten
  • Vermogen om en moeite met het maken van grote lichaamsbewegingen zoals springen, huppelen, trappen op een driewieler of fiets en hinkelen
  • Deelname aan dagelijkse routines in huis, gemeenschap en school

Uw fysiotherapeut zal met u werken om doelen te ontwikkelen, die uw kind helpen zo volledig mogelijk deel te nemen aan de dagelijkse routines in huis, de gemeenschap en op school. Uw fysiotherapeut zal dan een plan maken dat recht doet aan de behoeftes van uw kind en uw hele familie. Er bestaat geen “standaard” behandeling voor kinderen met ASS. De uitdagingen en doelen van elk kind zijn anders. De therapeut zal met u samenwerken om te bewaken hoe uw kind vooruitgaat, en gegevens verzamelen om zeker te zijn dat het behandelplan tot positieve resultaten voor uw kind zal leiden.

Fysiotherapie in de vroege jaren: geboorte tot 3 jaar

Fysiotherapeuten werken met families en zorgverleners om de deelname van het kind aan lastige dagelijkse routines te vergroten. Ze ondersteunen mogelijkheden bij het vrije spel en bij gestructureerd spel om motorische vaardigheden die bij de leeftijdsgroep van uw kind horen te ontwikkelen en te oefenen. Fysiotherapeuten werken aan het vergroten van kracht en coördinatie, en het veilig en efficiënt lopen in alle noodzakelijke omgevingen, zoals op en af een trap. Prioriteiten kunnen imitatievaardigheden omvatten (bijv. het uitvoeren van de activiteiten die horen bij het liedje “Hoofd, Schouder, Knie en Teen”) en vaardigheden voor spel binnen en buiten. Begeleiding wordt gegeven voor structuur, routines en lichamelijke grenzen bij dagelijkse activiteiten om positief gedrag te bevorderen.

Fysiotherapie in de schooljaren (inclusief peuterschool): 3 tot 18 jaar

Fysiotherapeuten werken met ouders en onderwijzers om het bewustzijn over de impact van ASS op het functioneren op school te verhogen. Ze gebruiken de meest recente, meest effectieve en op medische ervaringen gebaseerde behandelingen om de uitdagingen voor ieder kind te minimaliseren en om van de schoolervaring een positieve te maken. Fysiotherapeuten bevelen aanpassingen en wijzigingen aan om het leren te ondersteunen. Voorbeelden zijn het gebruik van bal-stoelen om “uit-de-stoel” gedrag te reduceren en het gebruik van hoepels, vloerkleden of speciaal geplaatste stoelen om de persoonlijke ruimte te markeren. Ze voorzien in bewegingsonderbreking voor de hele klas en gebruiken strategieën zoals “motorisch leren” om de motorische vaardigheden aan te leren, die nodig zijn om deel te nemen aan sociale spelletjes en interactie met leeftijdgenoten.

Fysiotherapeuten bieden direct hulp om het vermogen van het kind te verbeteren om uitdagingen het hoofd te bieden, zoals de treden in de bus, drukke gangen, cafetaria’s en speelpleinen,. Ze werken samen met schoolteams om vaardigheden zoals zelfbeperking, luisteren en op de beurt wachten te bevorderen. Ze reiken strategieën aan om het kind te leren hoe het bewegingen van andere kinderen  kan nadoen, om gevoel voor richting, en lichamelijk en ruimtelijk bewustzijn en coördinatie te ontwikkelen,   alsook om succesvolle gymlessen en fitness te bevorderen.

Fysiotherapie tijdens de volwassenheid: boven 18 jaar

Fysiotherapeuten werken met volwassenen met ASS om succes in het dagelijks leven te bevorderen. Ze bevelen middelen in de gemeenschap aan om motorische kansen te benutten. Ze ontwikkelen persoonlijk oefenroutines om lichaamscoördinatie en loopvaardigheden te bevorderen. Ze werken met elke persoon om beweging, functioneren en fitheid te verbeteren, zodat een baan, een taak in huis en genieten van vrije tijd mogelijk wordt.