Cubitaal tunnel syndroom
Cubitaal tunnel syndroom is de op één na meest voorkomende zenuwbeknelling in de arm (carpaal tunnel syndroom is de meest voorkomende). Het is een aandoening die wordt veroorzaakt door toegenomen druk op de elleboogzenuw (nervus ulnaris). Deze druk kan leiden tot aanzienlijk ongemak en kan uitmonden in functieverlies in de hand.
Cubitaal tunnel syndroom treft meer mannen dan vrouwen, vooral bij mensen met werk dat herhaalde elleboogbewegingen en langdurig buigen van de elleboog noodzaakt. Symptomen kunnen zich zowel in de dominante als de niet-dominante arm voordoen.
Wat is cubitaal tunnel syndroom?
Cubitaal tunnel syndroom wordt veroorzaakt door druk op de elleboogzenuw waar deze onder de botbobbel (mediale epicondyl) aan de binnenkant van de elleboog loopt. In dit gebied is de zenuw relatief onbeschermd en kan in de cubitale tunnel vast komen te zitten tussen het bot en de huid. Alhoewel het geen echt bot is, wordt dit gebied vaak aangeduid als het “telefoonbotje”. Als u het “telefoonbotje” op de juiste plek raakt, raakt u eigenlijk de elleboogzenuw. Dit contact stuurt een gevoel van tinteling, doofheid en pijn langs de binnenkant van uw arm naar beneden tot uw ringvinger en pink. Als de elleboogzenuw bekneld is, veroorzaakt dat dezelfde symptomen. De elleboogzenuw kan op elk punt worden samengeknepen, maar de meest voorkomende plek voor beknelling is de cubitale tunnel.
Cubitaal tunnel syndroom wordt vaak veroorzaakt door langdurige rek of druk op de zenuw. Als de arm langdurig gebogen is, zoals bij het vasthouden van een telefoon, wordt de elleboogzenuw langs de binnenkant van de elleboog gerekt, waardoor tractie ontstaat die de bloedtoevoer naar de zenuw verminderd en zenuwirritatie kan veroorzaken. Langdurige druk op de zenuw kan zich bijvoorbeeld voordoen als de binnenkant van de elleboog tegen een tafel leunt en de elleboogzenuw over het bot wordt geduwd, waardoor een gevoel van tinteling, doofheid en pijn langs de binnenkant van uw arm en hand kan ontstaan.
Signalen en symptomen van cubitaal tunnel syndroom
Cubitaal tunnel syndroom kan na een traumatisch incident zoals een elleboogbreuk ontstaan of het kan zich langzamerhand ontwikkelen. Het begint meestal met gevoelloosheid en tinteling aan de binnenkant van de voorarm tot in de hand. Typische symptomen zijn:
- Terugkerende pijn of gevoelloosheid en tinteling door voortdurend en gedurende langere tijd buigen van de elleboog.
- Gevoeligheid aan de binnenkant van de elleboog waar de zenuw dicht aan de oppervlakte ligt.
- Afgenomen gevoel of moeite om het verschil aan te geven tussen scherpe en stompe voorwerpen, die de binnenkant van de voorarm raken.
Later kunnen symptomen ook het volgende omvatten:
- Moeite met het pakken en vasthouden van voorwerpen (onhandige handen)
- Spieratrofie van de kleine spieren in de hand
- Een misvorming van de hand waarbij de vingers naar binnen buigen, “klauwhand” genaamd.
Hoe wordt cubitaal tunnel syndroom vastgesteld?
Cubitaal tunnel syndroom kan worden vastgesteld door een fysiotherapeut of een arts. Uw fysiotherapeut zal normaliter een uitgebreid onderzoek doen waaronder een beoordeling van uw nek om beknelling aan het begin van de zenuw in de nek uit te sluiten. Nadat is vastgesteld dat de beknelde zenuw inderdaad de elleboogzenuw is, zal uw fysiotherapeut onderzoek doen waaronder:
- Observatie en inspectie van de elleboog en voorarm
- Aanraking en beweging van de arm op de plaats van de zenuw om de verhouding tot de elleboog vast te stellen en de stabiliteit in de groef achter de elleboog waar de zenuw doorheen loopt
- Tikken op de zenuw bij de elleboog (het teken van Tinel)
- Zintuigelijk onderzoek dat zowel lichte aanraking als een test van het vermogen om onderscheid te maken tussen scherpe of stompe stimuli en temperatuur
- Controle van de kracht van specifieke spieren in de hand
- Controle van het vermogen om te knijpen en te grijpen
Cubitaal tunnel syndroom kan klinisch zonder aanvullend onderzoek specifiek worden gediagnosticeerd. U kunt verwezen worden voor elektro-diagnostisch onderzoek, elektromyografie (EMG) genaamd, en voor zenuwgeleidingsonderzoek. Deze onderzoeken bekijken het vermogen van de zenuw om over de hele lengte signalen te geleiden. Die kunnen helpen om de precieze plek van de beknelling vast te stellen en mate van beknelling in te schatten.
Hoe kan een fysiotherapeut helpen bij cubitaal tunnel syndroom ?
Veel gevallen van cubitaal tunnel syndroom kunnen zonder operatie behandeld worden. Uw fysiotherapeut zal de activiteiten, die tot symptomen bij u leiden, vaststellen. De aanbevelingen op dit punt zullen bestaan uit het voorlopig vermijden van die activiteiten. Houdt u voor ogen dat de zenuw geïrriteerd en soms gezwollen is. Als de irritatie en de zwelling teruggebracht kunnen worden, zouden de symptomen minder moeten worden.
In ernstiger gevallen zal uw fysiotherapeut uw activiteiten aanpassen en kan het gebruik van een spalk aanraden om de druk van de zenuw te halen. Zodra uw conditie begint te verbeteren, zal uw fysiotherapeut u het volgende leren:
- Oefeningen voor bewegingsbereik om te helpen met het terugkeren naar de volle lengte van de spieren die korter zijn geworden door het aannemen van een beschermende houding en het vasthouden van de normale lengte van de spieren die niet zijn aangedaan.
- Oefeningen voor spierkracht om te helpen met het herstel van de kracht die in de loop van de tijd verloren is gegaan. Uw therapeut zal u helpen om de juiste oefeningen uit te kiezen.
- Oefeningen voor “nerve gliding”. Zenuwen zijn in staat om “uit te rekken”. Uw therapeut is opgeleid in de juiste houdingen voor zenuwrekkingen en zal met u werken aan het veilig en voorzichtig rekken. Bij cubitaal tunnel syndroom kan de zenuw korter worden; deze oefeningen zijn een effectieve manier om de zenuw weer op de normale lengte te krijgen.
Soms is een operatie nodig. Hoe langer u al symptomen heeft en hoe meer zwakte, doofheid, tinteling en pijn u ervaart, des te waarschijnlijk wordt een operatie. Het doel van een operatie is het verlichten van de druk op de zenuw.
Uw fysiotherapeut al een persoonlijk programma ontwikkelen voor postoperatieve therapie, gebaseerd op de operatie en de instructie van de chirurg. Elke operatie vraagt om een specifiek behandel-regime, maar de postoperatieve revalidatie zal, met uitzondering van “nerve gliding”, veel preoperatieve elementen, die hierboven zijn besproken, bevatten. Aanpassing van activiteiten zal een belangrijk deel van uw postoperatieve revalidatie zijn om terugkeer van de symptomen te voorkomen.
Kan cubitaal tunnel syndroom worden voorkomen?
Er is weinig bekend over het voorkomen van cubitaal tunnel syndroom. Vaak wordt het syndroom pas vastgesteld als de symptomen zich al geopenbaard hebben. Er kunnen echter een aantal algemene voorzorgsmaatregelen worden genomen:
- Overgewicht is door sommige onderzoekers aan cubitaal tunnel syndroom verbonden. Een gezonde levensstijl en beperking van uw gewicht kan helpen om de ontwikkeling te voorkomen.
- Mensen in beroepen waarbij de elleboog gebogen gehouden moet worden, moeten worden aangemoedigd om regelmatig van houding te veranderen om de druk van de elleboogzenuw te halen.
- Diabetes is erkend als een risicofactor
- Aanbevelingen voor aanpassing van activiteiten kan soms problemen geven op het werk, maar er is aangetoond dat ze de meest significante positieve bijdrage opleveren bij niet-operatieve behandeling van cubitaal tunnel syndroom.
Gerelateerde videos
Oefeningen bij Cubitaal tunnel syndroom
- Oefening 26: Rekken van de M. Triceps - Strekspieren van de Bovenarm
- Oefening 27: Rekken van de M. Biceps - Buigspieren van de Bovenarm
- Oefening 28: Rekken van de Buigspieren van de Onderarm
- Oefening 29: Rekken van de Strekspieren van de Onderarm
- Oefening 89: Krachtoefening voor de Strekspieren van de Onderarm
- Oefening 90: Krachtoefening voor de Buigspieren van de Onderarm