Decubitus ("doorliggen")
Meestal doet decubitus zich voor als mensen al lange tijd erg ziek zijn en niet in staat om in bed of in een stoel van houding te veranderen. Mensen met aandoeningen zoals dwarslaesie of dementie en die veel tijd in bed of in een stoel doorbrengen realiseren zich misschien niet eens dat ze van houding moeten veranderen.
Wat is decubitus = doorliggen?
Decubitus wordt veroorzaakt door de krachten die de bloedstroom naar de huid blokkeren:
- Als teveel druk te lang op hetzelfde stuk huid wordt uitgeoefend, zoals wanneer iemand de hele tijd in dezelfde positie ligt.
- Als “schuivende” krachten ervoor zorgen dat de huid op één plek opstroopt, zoals wanneer iemand te lang achterover hangend in bed of in een stoel blijft.
Decubitus kan ook ontstaan bij:
- Couveusebaby’s die verbonden zijn met draden of slangen
- Mensen met letsel aan de ruggegraat, die geen gevoel meer hebben en zich niet oncomfortabel gaan voelen als ze dag in dag uit in dezelfde positie zitten – en zich daarom niet realiseren dat hun huid wordt aangetast.
- Mensen die bedlegerig zijn en niet in staat om in bed van houding te veranderen.
Alhoewel decubitus zich overal op het lichaam kan ontwikkelen, komt het meestal voor op de billen bij mensen die de hele dag in een stoel zitten, of op de hielen, boven het stuitje en aan de binnenkant van de ellebogen bij mensen die de hele dag in bed moeten blijven.
Decubitus kan ontstaan door wrijvingsletsel aan de huid als iemand over een oppervlak wordt getrokken, zoals over een laken wanneer het bed wordt opgemaakt of bij het uit een rolstoel trekken.
Huidletsel kan zich ook voordoen na langdurige blootstelling aan tape, urine of ontlasting, of er kan schade ontstaan bij het verwijderen van tape. Alhoewel dit letsel op decubitus lijkt, is dit meestal niet het geval. Dit type wond is echter wel vatbaar om decubitus te worden als de huid te veel of te weinig in aanraking komt met vocht, met wassen of met te hoge of te lage temperaturen.
Signalen en symptomen van decubitus
Veel mensen met decubitus hebben er geen weet van. Decubitus wordt vaak in eerste instantie opgemerkt door een familielid, een verzorger, een fysiotherapeut of een andere zorgverlener.
Decubitus kan worden opgemerkt als iemand, die risico loopt op doorliggen, in bad gaat of wordt aangekleed. Een vieze geur of de aanwezigheid van gele, bruine of grijze, papperige materie op het beddengoed of kleding kan worden opgemerkt en herleid tot een beschadiging in de huid. Hoewel decubitus erg pijnlijk kan zijn, hoeft de patiënt geen pijn te voelen of kan pijn hebben, maar niet in staat zijn om dat te communiceren.
Hoe wordt decubitus vastgesteld?
De fysiotherapeut zal een volledige evaluatie doen, inclusief het indelen van de decubitus op basis van de door de National Pressure Ulcer Advisory Panel (NPUAP) opgestelde systematiek:
- Stadium I decubitus – aanhoudend rode huid ten gevolge van het te lang in dezelfde houding blijven. Bij donkere huid kan de huid paars lijken. De huid kan warmer aanvoelen dan het omliggende gebied.
- Stadium II decubitus – een ondiepe wond, die slechts gedeeltelijk in de huid reikt, meestal veroorzaakt door wrijving.
- Stadium III decubitus – een diepere wond, die door alle huidlagen heen reikt, inclusief vetweefsel onder de huid.
- Stadium IV decubitus – een wond die dieper gaat dan alleen de huid, tot in de spier, pees, gewrichtsband of bot; het kan zelfs zenuwen en bloedvaten blootleggen.
Deze stadia laten niet per se zien hoe ernstig de decubitus is, zweren ontwikkelen zich ook niet altijd van het ene stadium in het volgende. Wat eruit ziet als een “simpele” stadium I decubitus kan een lichte huidirritatie zijn - of kan een grote hoeveelheid aangedaan weefsel eronder maskeren.
Als sprake is van bloedblaren, of van paarse of kastanjebruine gebieden op wat op het oog onaangedane huid is, kan dat betekenen dat het weefsel onder de onaangedaan lijkende huid dood is. Aan de andere kant kan sprake zijn van een omvangrijke hoeveelheid dood weefsel, terwijl de huid helemaal niet aangedaan lijkt. Hierdoor is het mogelijk dat een grote zweer binnen een paar dagen “uit het niets” opdoemt. Spier- en ander weefsel in de buurt van bot kan door druk beschadigd zijn voordat de huid kapot gaat en een grote, tot op het bot doorlopende, wond laten zien. Een gedetailleerd onderzoek door een fysiotherapeut of ander gezondheidszorgverlener is hier nodig.
Op basis van het onderzoek zal de fysiotherapeut besluiten of nader onderzoek of overleg met een andere zorgverlener nodig is. In sommige gevallen kan een operatie of het voorschrijven van antibiotica door een arts noodzakelijk zijn.
Hoe kan een fysiotherapeut helpen bij decubitus ?
Wondzorg is vanaf het begin onderdeel geweest van de fysiotherapiepraktijk. Gebaseerd op de uitkomsten van de evaluatie van de fysiotherapeut, met inbegrip van het nalopen van de medische voorgeschiedenis en een onderzoek van de wond, zal de therapeut behandelingen selecteren, waaronder training van de verzorger, krachtoefeningen, wondzorg, verbeteringen aan stoel of bed en coördinatie met andere gezondheidszorgverleners.
- Train de familie en verzorgers in het herpositioneren – Omdat decubitus meestal het gevolg is van langdurig contact van een lichaamsdeel met een bed of stoel, is herpositionering of het heen en weer verplaatsen van een patiënt tussen bed en stoel nodig om decubitus te helpen genezen. Fysiotherapeut zijn experts in het positioneren van mensen op verschillende oppervlakken, waaronder bedden, rolstoelen, toiletten, commodes of andere soorten stoelen en meubilair, en ook in het verplaatsen van het ene oppervlak naar het andere (“transfer maken” genaamd). De fysiotherapeut kan familieleden en verzorgers trainen om veilig te positioneren en transfers te maken.
- Kracht verbeteren – In veel gevallen ontstaat decubitus omdat mensen te zwak zijn om zelf van houding te veranderen. De fysiotherapeut zal een oefenprogramma ontwikkelen zodat iemand met decubitus zelf kan helpen bij positioneren en transfers maken, en zo ook helpen om letsel bij de verzorger te voorkomen. in sommige gevallen kan iemand met decubitus het vermogen om zonder hulp te positioneren terugkrijgen.
- Wondzorg – De fysiotherapeut is opgeleid in wondzorg en weet hoe “niet-levensvatbaar” of dood weefsel van een wond moet worden verwijderd (“debridement”). De therapeut kan scherpe instrumenten zoals scharen, scalpels of curettes. Uitgebreid debridement waarbij omliggend gezond weefsel moet worden weggesneden of waarbij algemene narcose nodig is, wordt door een chirurg uitgevoerd.
- Om decubitus te laten genezen is het juiste verband nodig. Verbandmiddelen zijn onder andere het juiste materiaal om wonden af te dekken of om diepere wonden op te vullen. De fysiotherapeut bepaalt welk soort verband gebruikt wordt en hoe vaak het vervangen moet worden. Meestal kunnen verzorgers door de fysiotherapeut worden opgeleid om wonden schoon te maken en het verband te vervangen. Terwijl decubitus geneest, zal de zweer waarschijnlijk veranderen en daarom ook de behandeling. De fysiotherapeut zal de wond bij elk bezoek beoordelen en het soort verband bepalen dat gebuikt moet worden en hoe vaak het vervangen moet worden.
- De fysiotherapeut zal uitleggen wat verwacht kan worden op het punt van genezing van de wond, welke signalen tussen de visites in op problemen kunnen duiden en wanneer contact met een arts of de spoedeisende hulp moet worden opgenomen.
- Verbeter de zit- en ligoppervlakken – Het oppervlak waarop iemand ligt of zit kan aan decubitus bijdragen. De fysiotherapeut zal de soorten oppervlak die worden gebruikt bekijken en indien nodig aanbevelingen doen voor een ander oppervlak. Aanbevolen oppervlakken kunnen speciale bedden zijn, matrassen, of kussens van materiaal waardoor de hoeveelheid druk op kwetsbare delen van het lichaam wordt verminderd.
- Overleg met andere gezondheidszorgverleners – Het is mogelijk dat een aantal gezondheidszorgverleners betrokken zijn bij de zorg van iemand met decubitus. Een fysiotherapeut zal de zorg met artsen, verpleegkundigen, diëtisten en anderen communiceren en coördineren om de genezing zoveel mogelijk te verzekeren en om nieuwe zweren te voorkomen.
Kan decubitus worden voorkomen?
Als de zorg voor iemand met decubitus niet wordt aangepast is het waarschijnlijk dat een nieuwe zweer zich op dezelfde of een andere plaats op het lichaam ontwikkelt. Om het risico op een nieuwe zweer te verminderen traint de fysiotherapeut verzorgers in positioneren, transfers maken en het uitkiezen van ondersteuningsoppervlakken. Maar de beste manier om nieuwe decubitus te vermijden is om het vermogen om te bewegen te vergroten. Hoewel onafhankelijk mobiliteit niet altijd mogelijk is, kunnen veel mensen met decubitus leren om zichzelf in bed of in een stoel te positioneren en zo het risico te verminderen.