Fantoompijn

Als een ledemaat (arm of been) is geamputeerd, kan het gevoel dat het geamputeerde lichaamsdeel nog aan het lichaam vast zit aanhouden. Dit fenomeen wordt “fantoomgevoel” genoemd. Fantoomgevoel kan pijnlijk zijn en wordt daarom meestal aangeduid als “fantoompijn”. Ongeveer 80% van alle geamputeerden ervaren fantoompijn.

Wat is fantoompijn?

Fantoompijn is een pijnlijk of onplezierig gevoel in het lichaamsdeel dat is geamputeerd. Het gevoel kan zich direct na de operatie voordoen, maar ook jaren later. Fantoompijn is niet hetzelfde als stomppijn (of resterende pijn), die zich in het overgebleven lichaamsdeel of de stomp bevindt.

Vroeger dacht men dat fantoompijn een psychiatrische ziekte was. Nu begrijpen we dat het zich voordoet via complexe biologische mechanismes. Die betreffen veranderingen in het gevoel dat uw brein heeft van het aangedane lichaamsdeel, veranderingen in hoe gevoel in uw zenuwbanen wordt verwerkt, en veranderingen die veroorzaakt zijn door de schade aan de zenuwen in het amputatiegebied. Fantoompijn kan worden beïnvloed door psychiatrische stress en depressiviteit, maar het is niet het resultaat van deze aandoeningen.

Factoren die geassocieerd worden met een verhoogd risico op fantoompijn zijn onder andere:

  • Pijn vóór de operatie
  • Intensievere en langer durende pijn vóór de amputatie
  • Amputatie van een bovenste ledemaat
  • Vrouwelijk geslacht
  • Hogere leeftijd
  • Resterende pijn in het niet-geamputeerde deel van het ledemaat

Er bestaat geen compleet onderzoeksbeeld over wie al of niet fantoompijn zal ervaren. Tot op heden zijn er geen duidelijke aanwijzingen voor de aandoening.

Hoe voelt fantoompijn?

Fantoomgevoel, stomppijn en fantoompijn zijn regelmatig voorkomende ervaringen na een amputatie. Tot 95% van alle geamputeerden zal op z’n minst 1 van deze aandoeningen ervaren.

Fantoomgevoel is een niet-pijnlijk gevoel of sensatie in het geamputeerde lichaamsdeel. Fantoomgevoel komt vaker voor dan stomppijn of fantoompijn. De sensaties voelen zoals het ledemaat voor de amputatie voelde en zijn verwant aan hetzelfde gevoel van bewustzijn dat mensen in staat stelt om “mijzelf” van anderen te onderscheiden. De sensaties komen voort uit de interactie van actuele gevoelsinput vanuit uw ledemaat en de interne “modellen” van het lichaam in de hersenen.

  • In het begin lijkt het fantoomledemaat op de vorm van het ledemaat vóór de amputatie. Het kan in een bepaalde houding worden gezien en gevoel voor warmte, kou, jeuk of tinteling hebben.
  • Na een amputatie is het normaal om te “vergeten” dat uw ledemaat er niet meer is en dat u probeert om het te gebruiken – een gevoel dat tot vallen kan leiden in het geval van amputatie van een onderste ledemaat.
  • Het is ook gewoon dat een geamputeerde het gevoel heeft dat het bovenste deel van het lichaamsdeel er niet is of is gekrompen. Dit fenomeen, dat telescoping wordt genoemd, wordt veroorzaakt door een wijziging in het interne model van het lichaam in de hersenen. Het kan ook leiden tot het gevoel dat het geamputeerde deel van het ledemaat zweeft of zelfs in de stomp is verhuisd.

Stomppijn komt in de postoperatieve periode voor. Het wordt alleen in het overgebleven lichaamsdeel of de stomp gevoeld. Stomppijn kan op het snijvlak of dieper in het resterende ledemaat worden gevoeld. De pijn wordt vaak omschreven als scherp, brandend, stekend of “elektrisch”. Stomppijn verdwijnt meestal als het operatielitteken geneest en kan samengaan met fantoompijn.

Fantoompijn is een pijnlijk of onplezierig gevoel in het verloren lichaamsdeel. Het gevoel kan het volgende omvatten:

  • Tintelend, brandend, kramp (de vaakst door geamputeerden gevoelde pijn)
  • Schietende, stekende, borende, knijpende of bonzende pijn
  • Dezelfde pijn als die op het moment van het ongeluk of letsel werd ervaren
  • Het gevoel dat het fantoomledemaat in een verwrongen en oncomfortabele houding is.

Omdat fantoompijn verwant is aan de hersenen en het zenuwstelsel kan het ook in het niet-geamputeerde deel van het ledemaat worden ervaren, of in het niet-geamputeerde ledemaat aan de andere kant van het lichaam, of zelfs in de nek of rug.

Fantoompijn treft over het algemeen het deel van het ledemaat dat het verst van het lichaam af is. Bijvoorbeeld, fantoompijn in de onderste ledematen wordt meestal ervaren in de tenen, hiel, wreef of bovenkant van de voet. De pijn kan doorlopend zijn of gedurende de dag komen en gaan. In veel gevallen komt het op willekeurige tijdstippen voor.

Fantoompijn kan worden getriggerd door:

  • Veranderingen in het weer
  • Druk op het overgebleven deel van het ledemaat door bijvoorbeeld kleding
  • Emotionele stress
  • Vergeten dat het ledemaat is niet meer is en proberen om het te gebruiken
  • Een slecht passende prothese
  • Stomppijn

Hoe wordt fantoompijn vastgesteld?

Er zijn geen medische tests om fantoompijn vast te stellen. Een diagnose is gebaseerd op uw symptomen en de geschiedenis van wat er gebeurd is voordat de pijn begon. Was er bijvoorbeeld sprake van ziekte, trauma of een operatie voor de amputatie? Een helder en precies verslag van wat de trigger voor de fantoompijn lijkt te zijn helpt uw fysiotherapeut om het probleem te diagnosticeren. De therapeut kan u vragenlijsten laten invullen over uw symptomen en functionele problemen om de details van uw probleem te helpen verduidelijken en hoe uw dagelijks leven erdoor wordt beïnvloed. Alle andere mogelijke bronnen van uw pijnsymptomen moeten worden uitgesloten.

Uw fysiotherapeut zal:

  • Een nauwkeurig onderzoek van het bot en het zachte weefsel op uw stomp doen om vast te stellen of mogelijk sprake is van degeneratie van de huid, infectie of afwijkende druk op gewicht-dragende contactpunten.
  • Voorzichtig op uw stomp tikken om mogelijke zenuwschade of een neuroma (een doorgroei van zenuwen in de stomp) vast te stellen
  • Kijken of de prothese goed past (de vorm van uw stomp verandert in de loop van de tijd, waardoor de pasvorm van de prothese en het comfort worden beïnvloed)
  • Kijken of u de juiste stompsokken gebruikt en dat u uw prothese op de juiste manier aantrekt
  • Uitleggen hoe alle hierboven beschreven veranderingen kunnen leiden tot degeneratie van de huid en pijn kunnen uitlokken.

Uw fysiotherapeut zal met uw arts samenwerken om de behoefte aan aanvullend onderzoek vast te stellen om andere aandoeningen zoals slechte circulatie uit te kunnen sluiten en kan röntgenfoto’s maken om botspurs of andere afwijkende botvorming vast te stellen.

Hoe kan een fysiotherapeut helpen bij fantoompijn?

Fantoompijn moet onder controle worden gehouden om te voorkomen dat symptomen oplaaien, of om het probleem op te lossen. Pijnmanagement houdt in dat biologische en complexe mechanismes van het probleem met verschillende strategieën behandeld worden. Een symptoom-specifieke aanpak houdt het gebruik van door de arts voorgeschreven medicatie in, psychologische en gedragstherapieën en soms ook een operatie.

Uw fysiotherapeut kan hands-on behandeling en andere interventies en oefeningen aanbieden.

Lichamelijke behandelingen zijn onder andere

Elektrische stimulatie

  • TENS (transcutane elektrische neuro stimulatie)
  • Elektro myo-feedback
  • EMG biofeedback

Manuele therapie

  • Massage
  • Manipulatie

Stompmanagement

  • Huidverzorging
  • Gebruik van een stompsok of krimpkous

Protheses en training voor goed gebruik

Behandeling die zich richt op het verbeteren van hoe het zenuwstelsel sensaties vanuit het geamputeerde ledemaat verwerkt kan helpen om het beeld dat de hersenen van het aangedane lichaamsdeel hebben te veranderen en de geleiding van de zenuwbanen verbeteren. Uw fysiotherapeut kan de volgende interventies/oefeningen voorschrijven:

  • Deze behandeling helpt bij de aanpassing van hoe gevoelig een gebied is voor factoren als kleding en aanraking.
  • Graded Motor Imagery behandeling. Deze beeldende oefeningen helpen uw hersenen bij het preciezer verwerken van informatie over uw geamputeerde ledemaat. Het helpt u om een beter beeld te krijgen van het aangedane ledemaat om fantoompijn minder te maken of op te lossen.
  • Bij deze behandeling wordt een spiegel of spiegeldoos gebruikt om uw hersenen te “foppen” om te geloven dat de weerspiegeling van uw niet-geamputeerde ledemaat in feite het ledemaat aan de andere kant is. Het brein beschouwt het ledemaat dat wordt gezien als die aan de getroffen kant en ziet het als het volledige ledemaat. De hersenen veranderen en passen aan hoe met de verwerking en het gevoel van het geamputeerde ledemaat wordt omgegaan als of het de normale zijde is. Door deze verbeterde verwerking worden uw pijngevoelens verminderd.

De hierboven beschreven oefeningen moeten alleen onder begeleiding van een getrainde fysiotherapeut worden gedaan. Kijk voor meer gedetailleerde informatie over wat deze behandelingen inhouden naar de verwijzingen hieronder.

Kan fantoompijn worden voorkomen?

Er zijn geen aanwijzingen dat fantoompijn kan worden voorkomen. Pijnmanagement waardoor symptomen voor en na de amputatie worden aangepakt kan het begin van pijn beperken en zelfs voorkomen. Sommige mensen krijgen echter ook met uitstekende pijnmanagement toch fantoompijn.

Disclaimer

Onze YouTube-oefeningen en kennisbank zijn met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Het gebruik van de informatie en oefeningen op www.fysiodouma.nl en ons YouTube kanaal is echter volledig op eigen risico. Wij raden u aan om uw fysiotherapeut te raadplegen.
Dit artikel is aanbevolen door: Sanne de Nijs
Meest recente aanpassing: 10-09-2024 om 03:36 uur