Ziekte van Blount

Fysiotherapeuten helpen kinderen en families om in alle stadia om te gaan met de symptomen van de ziekte van Blount door het kind met hulpmiddelen te leren lopen en met krachtoefeningen.

Wat is de ziekte van Blount?

De ziekte van Blount is een groeistoornis in het bot van het onderbeen (de tibia), dat in het algemeen het scheenbeen wordt genoemd, en wordt gekarakteriseerd door een verbuiging van het been onder het kniegewricht. Één of beide benen kunnen aangetast zijn. Sommige kinderen kunnen een verkorting van een been (beenlengteverschil) ervaren of het naar binnen draaien van één of beide voeten.

De ziekte van Blount is op basis van de leeftijd van het kind in drie groepen geclassificeerd:

  • Infantiel (geboorte tot 3 jaar)
  • Juveniel (4 tot 10 jaar)
  • Adolescent (11 jaar en ouder)

Infantiele ziekte van Blount komt voor bij kinderen jonger dan 3 jaar, die vroeg leren lopen en  groot of te zwaar zijn. Bij deze kleuters veroorzaakt de voortdurende spanning en druk van de binnen-bovenkant van het scheenbeen vertraging van de groeischijf of het stoppen van de groei van het bot aan de binnenkant van het been, terwijl de buitenkant doorgroeit, waardoor de typische buiging van het bot in het onderste deel van het been ontstaat. “Groeischijven” zijn gemaakt van kraakbeen aan het einde van de lange botten van een kind, die het kind laten groeien door bot bovenop het bot aan te maken.

Een bepaalde mate van buiging in de benen van kinderen en volwassenen kan altijd aanwezig zijn. Buiging in het onderbeen van kleine kinderen, die zich normaal ontwikkelen, lost zich meestal op rond 2 jaar, als de benen een beetje de andere kant op gaan buigen en het kind in het derde en vierde jaar “X-benen” krijgt. Rond het zevende jaar nemen de benen een andere vorm aan, waarbij de knieën een beetje naar binnen lijken te vallen. Rond het twaalfde jaar zijn de benen van kinderen in hun volwassen vorm gegroeid. De vorm van het been verandert maar een klein beetje na deze leeftijd, hoewel de botten en spieren verder groeien en langer en dikker worden. Als de buiging afwijkend is (dat wil zeggen niet de vorm van de typische buiging bij kleine kinderen heeft, ongelijk is in de 2 benen of extreem is) moet de ziekte van Blount vermoed worden. Uw arts of fysiotherapeut zal u helpen met het maken van het onderscheid tussen normale en afwijkende buiging. Vraag hen om advies als u twijfelt.

Juveniele ziekte van Blount betreft kinderen tussen 4 en 10 jaar.

Adolescente ziekte van Blount betreft kinderen van 11 jaar en ouder.

De vormen van de ziekte, die oudere kinderen betreffen komen minder vaak voor dan de infantiele vorm en betreffen meestal grote tieners, vaker jongens dan meisjes en vooral jongens met een vitamine D tekort. De botten van het boven- en onderbeen zijn vaak aangedaan in beide vormen van de ziekte.

Het belangrijkste verschil tussen deze twee groepen (juveniel en adolescent) is de leeftijd van het kind waarop de buiging wordt opgemerkt en hoeveel groei het kind nog overheeft. Artsen kunnen met röntgen een inschatting maken van de nog resterende groei.

Signalen en symptomen van de ziekte van Blount

De ziekte van Blount kan 1 of beide benen aantasten; het meest voorkomende symptoom is buiging van net onder de knie tot de enkel. De buiging wordt erger naar mate het kind groeit. Bij oudere kinderen kan naast het scheenbeen ook het dijbeen aangedaan raken.

Het kind hoeft geen symptomen te voelen, maar tieners kunnen klagen over pijn aan de binnenkant van het kniegewricht en langs de binnenkant van het been. Het optreden van de buiging kan het eerste merkbare symptoom zijn. Daarnaast zal de manier waarop het kind loopt opvallen; het kind kan mank lopen of vaak struikelen.

Het belangrijkste verschil in de aard en behandeling van de ziekte is de leeftijd van het kind op het moment dat de buiging zichtbaar wordt en hoeveel natuurlijke groeitijd het kind nog overheeft.

Hoe wordt de ziekte van Blount vastgesteld?

De ziekte van Blount wordt vastgesteld op basis van een lichamelijk onderzoek door een kinderorthopeed en door röntgenbeelden van de benen. De arts zal het lichaam van het kind onderzoeken met speciale aandacht voor de benen en het kind observeren bij het lopen. De arts kan de afstand tussen de knieën van het kind meten, terwijl het met de voeten tegen elkaar aan staat. Veel ruimte tussen de knieën geeft aan dat verder onderzoek nodig is.

De arts zal röntgenonderzoek aanvragen omdat buiging van de botten beter kan worden gezien met dit type beelden. Röntgenfoto’s stellen de arts in staat om de diagnose te bevestigen (of uit te sluiten) en een nummer tussen I en IV toe te kennen om het stadium van de ziekte aan te duiden. Stadium I is de lichtste vorm en stadium IV is de meest gevorderde vorm. De arts kan ook bloedonderzoek laten doen om het vitamine D niveau in het bloed vast te stellen.

Hoe kan een fysiotherapeut helpen bij de ziekte van Blount?

Behandeling van de ziekte van Blount hangt af van de leeftijd van het kind en het stadium van de ziekte, maar een fysiotherapeut kan in alle stadia helpen. Behandeling met een brace wordt altijd als eerste overwogen bij kinderen jonger dan 30 maanden en in het beginstadium (stadium I) van de ziekte. De brace die door de arts wordt voorgeschreven wordt een KHEVO (heup-knie-enkel-voet orthese), of KEVO (knie-enkel-voet orthese) genoemd en helpt bij het herverdelen van de krachten op de groeischijven om normale groei aan te moedigen.

De braces worden normalerwijs door een specialist (orthopedisch instrumentmaker) op maat gemaakt met een gipsmal of computerscan van het been om exacte maten te krijgen. Uw fysiotherapeut zal u en uw kind leren hoe de brace aan- en afgedaan wordt en hoe de huid beschermd wordt. Uw fysiotherapeut zal uw kind ook helpen te leren lopen en evenwicht te bewaren met de brace. Hulpmiddelen zoals een kinderrollator of krukken kunnen nodig zijn. Uw fysiotherapeut zal uw kind leren om met behulp van een rollator of krukken veilig en vrij te lopen.

De brace moet ongeveer 1½ tot 2 jaar gedragen worden om resultaat te zien in de vorm van het scheenbeen, maar in het eerste jaar moet al enige vooruitgang zichtbaar worden. De brace wordt aangepast naar gelang het kind groeit. Als geen vooruitgang wordt gezien in de eerste 12 maanden zal gestopt worden met de brace en zal een operatie worden aangeraden.

Na de operatie

Als de ziekte is voortgeschreden, als behandeling met een brace geen succes heeft gehad of als het kind ouder is dan ongeveer 10 jaar, is een operatie wellicht nodig. Om het been gedurende het genezingsproces na de operatie goed uitgelijnd te houden zal de chirurg een ander type brace (een fixator) op het been plaatsen, die 8 tot 12 weken gedragen moet worden.

In het ziekenhuis na de operatie zal een fysiotherapeut uw kind met een rollator of krukken leren lopen. De fysiotherapeut uw kind leren de juiste hoeveelheid gewicht op de voet te zetten, zoals is voorgeschreven door de arts om letsel aan het geopereerde been te voorkomen. De fysiotherapeut zal u en uw kind ook specifieke oefeningen aanleren om te helpen om het been gezond te houden en kracht en gewrichtsbeweging terug te krijgen. Uw fysiotherapeut zal uw kind leren om veilig in en uit bed te komen, naar de WC te gaan, over stoepen en op trappen te lopen, in en uit de auto te stappen en ook voorbereiden op terugkeer naar huis.

Na ontslag uit het ziekenhuis blijven de meeste patiënten 2 of 3 keer per week thuis of in een polykliniek een fysiotherapeut zien. Fysiotherapie helpt ervoor te zorgen dat het omliggende beenweefsel flexibel blijft terwijl het bot geneest, dat spierkracht behouden blijft, dat het kind onafhankelijk blijft met de dagelijkse dingen, dat de juiste voorzorg met het plaatsen van gewicht wordt genomen en dat het kind niet meer gewicht op het been zet dan is toegestaan door de arts. Kinderen zijn vaak, zodra de arts toestaat dat het volledige gewicht op het geopereerde been wordt gezet om genezing te bevorderen, terughoudend om dat te doen. Uw fysiotherapeut zal op een grappige en ondersteunende manier met uw kind werken aan het veilig verhogen van de hoeveelheid gewicht op het geopereerde been.

Fysiotherapeuten bieden ook begeleiding en hulp bij het lopen en aansterken bij tieners met de ziekte van Blount. Terwijl de tiener op natuurlijke wijze groeit kan de vervorming langzaamaan gecorrigeerd worden. Als deze aanpak niet werkt of als de oudere tiener niet genoeg groeitijd over heeft om de correctie te behalen, kan een operatie aanbevolen worden. Fysiotherapie helpt zeker te zijn van veilig en effectief herstel na een operatie.

Kan de ziekte van Blount voorkomen worden?

Veel verschillende studies tonen aan dat kinderen met overgewicht een hogere kans hebben om problemen met hun benen zoals de ziekte van Blount te ontwikkelen.

Fysiotherapeuten kunnen helpen om te voorkomen dat de ziekte van Blount laat begint door kinderen met overgewicht te leren om zich een regelmatig oefen- en fitnessregime aan te wennen.

Een programma voor gewichtsverlies voor te zware kinderen kan ook voordeel opleveren. Omdat een vitamine D tekort, vooral bij jongens, kan bijdragen aan het zich voordoen van de ziekte van Blount, moet de familie tijdens routinebezoeken altijd aan de arts vragen om een grondig onderzoek om er zeker van te zijn dat het vitamine D niveau van het kind voldoende is.